Gerard Hazewinkel van Markelokaal

Eerlijke producten van lokale bodem

Een zelfvoorzienende en circulaire lokale economie. Samenwerken op basis van wederkerigheid om eerlijke producten van lokale bodem te telen, verwerken en gebruiken. Dat is waar de coöperatie Markelokaal in Markelo naar streeft. Hoe? “Gewoon door te doen”, vertelt bestuurslid Gerard Hazewinkel.

Van graan tot brood

“Vroeger werd er in deze streek veel rogge verbouwd. Maar in de loop der jaren kwam hier veel maïs en Engels raaigras voor in de plaats. Vanuit de Stichting Markels Landschap zijn twee bestuursleden begonnen met een graanproject. Hierbij gaat het om het onderhouden van kleine stukjes akker en het zaaien van oude graansoorten, zoals Sint Jans rogge. Dit om die akkertjes een natuurlijke uitstraling te geven. Hiervoor maakten we vooral gebruik van kleine, onrendabele stukjes grond van agrariërs. Dit was dus echt een kleinschalig initiatief.

Uiteindelijk willen we toe naar een circulaire economie, waarin grondstoffen steeds opnieuw gebruikt worden. Van graan tot brood. Hier komt wel wat bij kijken. Ten eerste het bewerken van het land. Daar heb je mensen en machines voor nodig. We zijn geen historische club met ambachtelijke machines. Het moet wel efficiënt en rendabel gebeuren. Vervolgens moet blijken of het graan voldoende bakwaarde heeft. Dus of het geschikt is voor gebruik door de bakker. Gelukkig wilde bakker Meinders hier in het dorp ons graan wel gebruiken. Tegenwoordig oogsten we genoeg voor meerdere bakkers in de regio.”

Vertrouwen en verantwoordelijkheid

“Op een gegeven moment zijn we door de Provincie Overijssel gevraagd om ons in te schrijven voor een pilotproject voor langjarig landschapsbeheer. Hiervoor moesten we een bidboek (een uitgebreid plan) indienen, waarin we gedetailleerd beschreven hoe we het landschapsbeheer wilden uitvoeren. We definieerden achttien landschapselementen die we wilden aanleggen, herstellen én onderhouden. Wat we gelijk gesteld hebben is: ‘Als jullie ons dit vragen, moet je ons ook het vertrouwen en de verantwoordelijkheid geven’. We gaan bijvoorbeeld niet elk jaar een jaarverslag schrijven. Kom maar gewoon kijken. Afijn, ons plan werd toegekend, dus we konden aan de slag. Al waren we maar met ons drieën. Het bleek best lastig om hulp te vragen en we maken geen reclame. We moeten het hebben van mond-tot-mond reclame. Maar mensen melden zich niet zomaar aan. Dat geldt ook voor het werven van vrijwilligers. Er zijn maar weinig mensen die zich langdurig willen binden. Maar laatst hebben we wel met twintig eenmalige vrijwilligers een bosje kunnen opschonen en opnieuw 3.000 stuks plantgoed kunnen aanplanten.”

Voor wat, hoort wat

“Ondertussen hebben we nu ongeveer vijftig projectjes op het gebied van landschapsbeheer. En het graanproject loopt ook nog door. Daarvoor hebben we vier hectare grond onder onze hoede. Dat onderhouden we nu met vijftien vrijwilligers. Net had ik het over wederkerigheid; dat is bij ons echt een kernwaarde en die komt ook hier weer om de hoek kijken. Mensen die bij ons een aanvraag doen voor zo’n stukje landschapsbeheer ontvangen niet rechtstreeks geld van ons. Wij verzorgen de aanplant, waarbij zij meehelpen. En soms moet er financieel iets worden bijgedragen. Het onderhoud doen ze zelf, met wat hulp van ons. ‘Voor wat, hoort wat’, zeggen we dan.”

Voorbij het verdienmodel kijken

“Hoe laat je mensen de waarde zien van de eigenheid van het gebied waarin ze wonen? En hoe laat je ze aanhaken bij het behouden of herstellen daarvan? Dat is het moeilijkste dat er is. Daar komt nog bij dat we agrariërs voorbij het pure eigen verdienmodel willen laten kijken. Houtwallen zijn bijvoorbeeld door ruilverkaveling (herverdeling van landbouwgrond) als belangrijke landschapselementen verdwenen. Dat snap ik ook wel, want boeren moeten er met die grote machines langs kunnen. De kern is dat we samen kijken hoe we stukjes land meer biodivers kunnen maken. Daarmee bedoelen we: helpen met het onderhouden van de stukjes grond die hen niks opleveren. Daar planten we dan diverse struiken, zoals krenten en rozenbottels. En inheemse boomsoorten, zoals eiken en linden. Al maak ik zelf niet meer mee dat die groot zijn, het is onze hoop voor de toekomst.”

Niet praten, maar doen

“Markelokaal is begonnen op particuliere terreinen. Nu zijn we op het punt dat we meer willen bijdragen aan de openbare ruimte. Wat we daar doen is niet altijd voor iedereen zichtbaar, maar dat hoeft ook niet. Waar het om gaat is de biodiversiteit en duurzaamheid.

Waar ik trots op ben? Ik ben niet trots, ik heb zelf deze keuze gemaakt. Ik ben wel tevreden. Bijvoorbeeld over het aanplanten van een voedselstrook langs een akker aan de Hemmelweg samen met kinderen van de basisschool. En over het onderhouden van een wandelpad in het bosje op mijn eigen grond. Ik vind het mooi dat mensen hier van de natuur kunnen blijven genieten. Alles past in een soort groene ader. Die loopt van de Friezenberg hier in Markelo, via de Oude Rijssenseweg en de Pothoek, de Hemmel en de Hulpe naar Stokkum. Daarbij hebben we te maken met eigenaren, de gemeente en het Waterschap. Je begrijpt dus dat dat best wat voeten in de aarde heeft. Maar wij willen niet te veel praten, maar gewoon doen. Dat is kenmerkend voor ons.”

Verantwoordelijkheid voor de eigen omgeving

“Nu we het toch hebben over de openbare ruimte. De Hof van Twente, dat zijn we zelf, de bewoners. Hoe krijg je het zo ver dat mensen de verantwoordelijkheid voor hun eigen omgeving krijgen en nemen? Allereerst moeten ze dan niet tegen allerlei regels aanlopen. Ik verbaas me er vaak over dat er zo veel kleine initiatieven zijn. Die worden allemaal besproken aan de gesprekstafel tussen de gemeente en de andere natuurorganisaties en dat is ook goed. En het hoeft van mij ook niet allemaal onder één noemer, maar er wordt wel heel veel gepraat en overlegd. Zorg er nou voor dat er een gemeenschappelijke visuele kaart komt, waarop iedereen kan zien wat waar gebeurt. Dan zie je in één oogopslag waar de witte vlekken zitten en waar nog ruimte is voor vergroening. Het mooiste zou zijn als je de mensen in die gebieden kunt laten zien wat er moet gebeuren. Breng hen daarvoor de kennis bij en geef ze de verantwoordelijkheid en middelen. Veel mensen zitten bij een club of vereniging. Hier in het dorp is dat vaak of de voetbal, of de muziek. Wat zou het mooi zijn als mensen ook ‘bij de natuur’ zouden gaan. Daarvoor is kennis, bewustwording en het zien van resultaat  belangrijk. Dus nogmaals: gewoon doen.”

Meer info: info@markelokaal.nl

Leestip: “De publieksversie van ons Bidboek ‘Marke(be)loont, Gebiedsaanbod Markelo’ is te downloaden op markelokaal.nl (menu Kennis & Documenten